Sint-Truiden zet in op extra opleidingsjaar voor anderstalige jongeren

Sint-Truiden is de eerste stad in Limburg die inzet op een extra opleidingsjaar voor anderstalige en laaggeletterde jongeren. Het BENO-project is ook officieel erkend als VDAB-opleiding.  BENO staat voor ‘Basiseducatie na Okan’ en richt zich op jongeren, die na één jaar Nederlandse taallessen bij Okan (Onthaalonderwijs voor anderstalige kinderen), extra ondersteuning nodig hebben. Doel is om anderstalige en laaggeletterde jongeren in één schooljaar sterker te maken in Nederlands, wiskunde, ICT, communicatie en technische vaardigheden.

“De jongeren krijgen een mix van verschillende beroepsopleidingen zoals EHBO, hef- en tiltechnieken, fietsen herstellen, banden monteren, bouw en koken”, legt lerares Bea Kersten uit. “Die beroepstechnische vakken worden gecombineerd met Nederlands, wiskunde, ICT en theorie rijbewijs B. In de taallessen oefenen we onder meer de woordenschat die ze in de beroepsopleidingen zien. Na dit jaar volgt er een gesprek met de VDAB om hen verder op pad te helpen.”

Sahra (20), Asad (22) en Abdelrahman (18) verzamelen intussen rond het ziekenhuisbed om de theorie van het tillen en heffen in de praktijk te brengen. “Je twee handen dicht tegen elkaar plaatsen voor je aan het laken trekt”, geeft lerares Nathalie Lacroix mee. Sahra en Asad rollen het laken zachtjes op en in een wip ligt Abdelrahman op zijn linkerzij. “Voor we oefenen op heffen en tillen, hebben de jongeren eerst enkele anatomielessen gehad. Ook de theorie is belangrijk, weten hoe de wervelkolom in elkaar zit bijvoorbeeld”, vertelt Nathalie. Al is dat niet altijd even makkelijk. “Heel praktijkgerichte oefeningen werken het beste om de taalbarrière te overbruggen. Ook tekeningen en korte tekstjes helpen daarbij”, zegt Nathalie.

“Ik vind Nederlands spreken makkelijker dan Nederlands schrijven, bij het schrijven moet ik nog heel goed nadenken”, vertelt Sahra, die onder de lespauzes steevast naar Nederlandstalige filmpjes kijkt. Asad weet al duidelijk wat hij niet wil. “EHBO en zorg is niets voor mij, ik monteer liever banden”, zegt hij. Beide jongeren zijn alleen en zonder familie vanuit Somalië naar België gevlucht. Net als Muhib Awkozai (20) uit Afghanistan. “Ik wil heel graag iets met elektriciteit doen, dat zit nu niet in het aanbod, maar daar denk ik wel aan.”

Beter integreren

Voor dit opleidingstraject op maat slaan CBE Ligo Limburg Zuid, CVO Cursa, CVO Qrios en VDAB de handen in elkaar. “Wij zijn heel blij dat we een aantal jongeren verder kunnen zetten richting hun toekomst in België. Het is belangrijk dat zij werk kunnen vinden en daarvoor stevig in hun schoenen staan”, zegt Martine Evers (Ligo Limburg Zuid).

Het BENO-project is erkend als officiële opleiding van de VDAB. “Door dit traject kunnen deze jongeren uitzoeken wat ze graag doen en waar ze zich verder in willen verdiepen”, zegt directeur VDAB Limburg Joris Philips. “Met deze opleiding zorgen we er dan ook voor dat jongeren niet alleen een betere aansluiting vinden bij de arbeidsmarkt, maar zich ook beter integreren in de samenleving.”

Waardevol

Het project krijgt ook financiële ondersteuning van de provincie Limburg en de stad Sint-Truiden. Bevoegd schepen Nina Kvikvinia (N-VA) weet als geen ander, hoe belangrijk dit project is. Zelf ontvluchtte ze als tiener haar vaderland Georgië en kwam zo terecht in het asielcentrum in Bevingen, Sint-Truiden.

“Zelf was ik vijftien jaar en kon ik na een jaar Nederlands in de Okan-klas, gewoon mijn schooltraject vervolgen. Maar je hebt ook een grote groep jongeren die net zeventien of achttien zijn wanneer ze hier aankomen. Na een jaar in de Okan-klas is de leerplicht voorbij en moeten ze alleen de wijde wereld in, op zoek naar werk. Dat is niet zo gemakkelijk allemaal. In dat opzicht vind ik dat we met dit BENO-project iets heel waardevols hebben. We hebben ook bewust gekozen voor een kleinschalig project, omdat we zo één op één kunnen werken”, vertelt schepen Kvikvinia.

Twaalf anderstalige jongeren zijn dit jaar in Sint-Truiden gestart met de opleiding, maar in de toekomst is het de bedoeling dat 25 jongeren het traject kunnen volgen.

© Miranda Gijsen en Jozef Croughs