“Geen bewijs van carnaval als verspreider in Sint-Truiden”

Heeft de hoge besmettingsgraad in Sint-Truiden te maken met het carnaval? “Dat kan, maar er is op dit moment geen bewijs”, zegt viroloog Steven Van Gucht.“Wie op carnaval besmet werd, kon op zijn beurt telkens drie nieuwe mensen besmetten”. Op maandag 24 februari trok de 'Verloure Moondagstoet' door de straten van Sint-Truiden. Het was één van de weinige carnavalsstoeten die niet werd afgelast vanwege de barre weersomstandigheden. “Die stoet had achteraf gezien niet mogen doorgaan”, zegt professor bacteriologie Herman Goossens van de UAntwerpen. “Het carnaval is zeker een mogelijke verklaring voor het hoge aantal besmettingen in Sint-Truiden. Wie op carnaval besmet werd, kon op zijn beurt telkens drie nieuwe mensen besmetten. We zien dat ook in het zuiden van Nederland.”

Superverspreiding

“In de Duitse regio Heinsberg, vlak over de Nederlands-Limburgse grens, hebben besmette personen rondgelopen en dat heeft de verspreiding in Nederlands-Limburg versneld”, zegt Christian Hoebe, hoofd infectieziekten van de Nederlandse gezondheidsdienst GGD. “Ook in de regio Noord-Brabant hebben geïnfecteerde mensen die terugkwamen uit Italië carnaval gevierd. We beschouwen carnaval als een evenement waar een enkeling die met corona besmet is, veel meer mensen kan besmetten dan in gewone omstandigheden. Wij noemen dat super spreading.”

Storm

“Tijdens het overleg over carnaval werd er enkel over de storm gesproken. Van corona was toen helemaal geen sprake. Ik zeg niet dat carnaval geen rol kan hebben gespeeld”, zegt Jo Sneyers, de opper van de Truiense raad van Elf, “maar ik stel vast dat van de 300 leden van de carnavalsverenigingen in Sint-Truiden niemand ziek is geworden. Op één iemand na: de partner van burgemeester Veerle Heeren. Maar hij kan het evengoed gekregen hebben op een carnavalsfeestje waar hij als dj draaide. Daar waren aanwezigen die terugkwamen uit skivakantie.”

Verschillende theorieën

In Sint-Truiden doen ondertussen allerlei theorieën de ronde over de verspreiding van het coronavirus. Zo wordt er verwezen naar De blauw Sjuut, een carnavalsschip op wielen, dat jaarlijks vanuit het Nederlands-Limburgse Heerlen naar Sint-Truiden rijdt, met wel 30 ankerplaatsen onderweg. Er zouden ook een aantal leden gaan skiën zijn in risicogebieden, die daarna het virus verspreid hebben op een lockdownparty. “We zijn in Oostenrijk gaan skiën. Toen we terugkwamen, hebben we onszelf uit voorzorg in thuisquarantaine gezet”, zegt één van hen. En dan zijn er nog de 8 dokters in de streek die met het virus besmet zijn. “In die periode waren de richtlijnen nog niet zo duidelijk”, zegt een dokter.

“Er is geen bewijs dat het Truiense carnaval voor een piek in de streek heeft gezorgd”, vindt viroloog Steven Van Gucht van Sciensano. “Om dat te weten zou er onderzoek moeten gebeuren, maar daar is nu geen tijd voor en het heeft weinig zin. Sint-Truiden is niet de enige broeihaard in ons land. In ieder geval lijkt carnaval niet de enige verklaring, want in Aalst was het ook carnaval dat weekend. Daar zien we geen piek. Carnaval speelt zich tenslotte ook af in de buitenlucht.”

Van Gucht houdt rekening met de theorie van een superverspreider in de regio. “Normaal gezien besmet één persoon, 2 à 3 personen. Maar soms kan iemand een superverspreider worden die tot 20 personen kan besmetten zonder dat hij zelf symptomen heeft. Een superverspreider kan dus aan de basis liggen van een grote verspreiding in één gebied, maar we weten nog niet hoe dat komt.”

© Mark Van Luyk/ Jozef Croughs